Bij een beursgenoteerde vennootschap geldt de fictieve dienstbetrekking vanaf 1 januari 2018 alleen nog voor de uitvoerende bestuurder. Voor de niet-uitvoerende bestuurder is de vennootschap niet langer verplicht om loonheffingen in te houden en af te dragen. De bestuurder dient zelf zorg te dragen voor betaling van inkomstenbelasting en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw.
De niet-uitvoerende bestuurder kan nog wel op eigen verzoek onder de loonbelasting vallen door gebruik te maken van de opting-inregeling. Het belang hiervan kan bijvoorbeeld gelegen zijn in de toepassing van de 30%-regeling.
Actie is derhalve vereist wanneer in 2017 de 30%-regeling werd toegepast op de beloning van niet-uitvoerende bestuurders.