Sinds januari 2017 kunnen bedrijven de BTW op hun oninbare vorderingen terug claimen in hun aangiften omzetbelasting. Dit is niet enkel mogelijk als de vordering daadwerkelijk oninbaar is, maar ook als de debiteur de vordering een jaar na opeisbaar worden nog niet heeft voldaan (wat zich het eerste voordoet zal de rechtsgrond zijn). Debiteuren moeten de BTW, die zij eerder in aftrek hebben gebracht op hun vordering, terugbetalen als de vordering na een jaar nog niet is voldaan. Voor per ultimo 2016 uitstaande vorderingen bestaat er overgangsrecht.