Indien de eigen woning tijdens een uitzendperiode aan een derde ter beschikking is gesteld, wordt deze woning fiscaal niet beschouwd als “eigen woning”. Hierdoor gaat de woning over naar box III, waardoor de hypotheekrente niet langer aftrekbaar is.
De Hoge Raad heeft echter beslist dat een woning toch een “eigen woning” blijft als met de bewoner is overeengekomen dat deze ervoor zorgt dat de woning niet wordt gekraakt, dat deze bewoner behalve een beperkte bijdrage in de energiekosten, geen vergoeding hoeft te betalen voor het verblijf in de woning en hij of zij de woning moet verlaten zodra de eigenaar dat nodig vindt.
Het bovenstaande geldt ook indien de bewoner een kind is van de eigenaar. Voor kinderen die tot het huishouden behoren, gelden ruimere mogelijkheden om de woning als “eigen woning” te blijven aanmerken.