Inleiding

In Nederland wonende belastingplichtigen met de 30%-regeling konden tot 2025 (of tot 2027 middels overgangsrecht) kiezen voor de partieel buitenlandse belastingplicht. Hierdoor worden zij in box 2 (aanmerkelijk belang) en 3 (sparen en beleggen) als niet-inwoner beschouwd. In box 3 is dan veelal geen belasting verschuldigd, omdat niet-inwoners niet belast zijn over bank- en spaartegoeden en beleggingen. Voor het overige, dus voor box 1 en ook voor het onderling toerekenen tussen fiscale partners van bepaalde inkomsten en vermogen (vrije toerekening) en persoonsgebonden aftrekposten (zoals giften en alimentatie), worden zij gewoon als inwoner behandeld.

Een uitzondering op dit laatste geldt voor Amerikanen die kwalificeren als partieel buitenlands belastingplichtige. Zij worden in box 1 als beperkt binnenlands belastingplichtige beschouwd, omdat zij (enkel) voor toepassing van het belastingverdrag als inwoner van de VS worden beschouwd. Hierdoor zijn zij over bijvoorbeeld arbeidsinkomen alleen belast voor zover Nederland hierover mag heffen (Nederlandse werkdagen). Iets soortgelijks geldt ook voor andere inwoners die ingevolge Nederlandse wetgeving als inwoner kwalificeren maar volgens een belastingverdrag inwoner zijn van het andere land en ook voor bepaalde bijzondere groepen werknemers zoals (diplomatieke en consulaire) ambtenaren.

Partieel buitenlandse belastingplicht en vrije toerekening

In gevallen waarin één van de fiscale partners de 30%-regeling genoot en de andere niet, was het in de praktijk gebruikelijk om het gehele box 3 vermogen aan de partner met de 30%-regeling toe te rekenen. Door te kiezen voor partieel buitenlandse belastingplicht was alsdan geen belasting verschuldigd, omdat deze immers als niet-inwoner voor box 3 doeleinden niet belast was over het vermogen (met uitzondering van een Nederlandse (2e) woning).

De Belastingdienst heeft echter op 17 oktober 2025 het standpunt ingenomen dat het voordeel van de partieel buitenlandse belastingplicht uitsluitend geldt voor de partner die gebruikmaakt van de 30%-regeling. De vrije toerekening kan er dus niet toe leiden dat de partner die zelf géén gebruikmaakt van de 30%-regeling indirect meeprofiteert. Hiermee zal voor de partner zonder 30%-regeling het individuele eigendomsaandeel in het vermogen in Box 3 belast zijn; daarbij komt ook het vermogensdeel van minderjarige kinderen dat wordt toegerekend aan voornoemde partner (zonder 30%-regeling) met het ouderlijke gezag (veelal geldt een 50/50 toerekening). De belaste grondslag kan wel worden toegerekend tussen de fiscale partners, echter dat wordt dan regulier belast bij deze belastingplichtige met de 30%-regeling. De gedachte dat door toerekening het partnerdeel (inclusief toegerekend kindsdeel) in een onbelaste box 3 sfeer geraakt, is daarmee verlaten.

Dit is vanzelfsprekend een behoorlijke wijziging van beleid dat veel impact kan hebben op de belastingpositie van belastingplichtigen en diens partner waarvan slechts één van hen de 30%-regeling geniet. Hoewel het standpunt duidelijk en gedegen is onderbouwd, menen wij dat andersluidende opvattingen denkbaar zijn. Uiteraard gaan wij graag verder met u in gesprek wat de gevolgen (kunnen) zijn voor uw situatie.

Aangifte en aanslagproblematiek beperkt binnenlands belastingplichtigen

Een beperkt binnenlands belastingplichtige wordt als inwoner beschouwd volgens Nederlandse fiscale wetgeving. Hierdoor dient een zogenaamd P-biljet (toepasselijke aangiftebiljet voor inwoners) te worden ingediend. Echter, voor verdragstoepassing is deze een inwoner van een ander land waardoor Nederland slechts beperkt belasting mag heffen.

De Belastingdienst heeft geconcludeerd dat de aangifte inkomstenbelasting onvoldoende voor deze situaties is geëquipeerd. Dit, omdat het wereldinkomen moet worden opgegeven en de aangiftesoftware niet voorziet in het claimen van een (volledige) vrijstelling van inkomen dat niet aan Nederland toekomt vanwege de status van beperkt binnenlandse belastingplicht. Het gevolg hiervan is dat er een verkeerde aanslag opgelegd zal worden. Om toch een juiste aanslag te ontvangen, zal contact moeten worden opgenomen met de competente inspecteur. Wij zijn met de Belastingdienst in contact om toe te werken naar een praktische oplossing.