In de nacht van 26 op 27 oktober zijn er geheel onverwacht op het allerlaatst nog twee amendementen aangenomen met betrekking tot de 30%-regeling.
Allereerst wordt per 2024 een staffelregeling geïntroduceerd.
In de eerste 20 maanden geldt een belastingvrije vergoeding van 30%, de volgende 20 maanden 20% en de laatste 20 maanden is dat 10%. Voor werknemers voor wie de 30%-regeling in december 2023 wordt toegepast geldt een overgangsmaatregel, deze werknemers worden niet met de versobering geconfronteerd. Echter, als zij wisselen van werkgever en niet aansluitend gaan werken voor de nieuwe werkgever verliezen zij het overgangsrecht en zal de nieuwe maatregel vanaf het moment van de onderbreking ook voor hen gaan gelden.
Een andere, minder onverwachte wijziging betreft de afschaffing van de partiële buitenlandse belastingplicht per 2025.
Hierdoor kan niet meer worden gekozen om als niet-inwoner voor Box 2 en 3 behandeld te worden. In de praktijk zal dit vooral tot gevolg hebben dat werknemers met de 30%-regeling nu ook Box 3 belasting verschuldigd zullen zijn.
Voor werknemers voor wie de 30%-regeling in december 2023 wordt toegepast geldt dat zij pas vanaf 2027 met de afschaffing geconfronteerd worden. Als zij echter voortijdig wisselen van werkgever en niet aansluitend gaan werken voor de nieuwe werkgever, dan is de partiële buitenlandse belastingplicht slechts van toepassing tot het moment van de onderbreking.
Het Belastingplan is aangenomen door de Tweede Kamer, maar de Eerste Kamer zal op 19 december nog akkoord moeten gaan. Verwacht wordt dat het Belastingplan wordt aangenomen. Als dat inderdaad zo zal zijn, dan zal vooral de introductie van de staffelregeling in de praktijk tot problemen kunnen leiden. De kans dat in de salarisadministratie een fout wordt gemaakt bij de verwerking van het loon van een werknemer met de 30%-regeling is aanzienlijk.
In de afgelopen jaren is er veel getornd aan de regeling. Deze nieuwe wijzigingen voegen een nieuw hoofdstuk toe aan de complexiteit van de 30%-regeling.