Door maatregelen als gevolg van COVID-19 hebben veel werknemers in 2020 thuis gewerkt. Als werknemers in een ander land wonen dan waar ze normaal gesproken werken, betekent dit dat de werknemer in zijn woonland meer belasting zal moeten betalen. Dit kan anders zijn als tussen het woon- en het werkland specifieke afspraken zijn gemaakt in verband met COVID-19. Nederland heeft dergelijke afspraken alleen met België en Duitsland gemaakt.
Als de werkgever loonbelasting heeft ingehouden alsof de werknemer op de gebruikelijke locatie werkte, bestaat in het ‘normale’ werkland recht op een teruggave van belasting.
Om liquiditeitsproblemen te beperken of te voorkomen is het aan te raden de aangifte inkomstenbelasting in het ‘normale’ werkland zo snel mogelijk in te dienen en de aangifte in het woonland zo laat mogelijk. Wel moet hierbij rekening worden gehouden met eventuele belastingrente in het woonland.